Kerst

Kerst is er weer, het feest van het licht

Zij die kunnen vieren, het kan niet op

Maar ik verlang in alle weldaad

Naar een warme schouderklop

Tussen de naalden van de bomen

Of tussen de glinstering van de ballen

Wil ik vooral een liefdevolle knuffel

Elkaar eens echt in de armen vallen

En tijdens het grootse kerstdiner

De wijn zoet, rood of wit en droog

Voel ik dat dat voor mij niet hoeft

Ik heb liever een gemeende knipoog

Tijdens gang drie, als men eigenlijk al vol zit

Nog voordat men het toetje laat smaken

Is het dan vreemd als ik verlang

Naar gewoon eventjes aandachtig raken?

Kerst wordt alleen het feest van het licht

Als de grote van cadeau of diner niet de waarde bepaalt

Maar dat juist vriendschap en liefde hetgeen is

Waarmee je elkaar onbaatzuchtig bestraalt

Dát is de piek of ster op de mooie den

Dan komt de herinnering en het toekomstbeeld

Kerstmis is dan het feest van de liefde

Waarin je midden in de drukte, zinvol verstilt