Juich niet te vroeg, doe het op tijd
Wandel niet te snel, dat heet rennen
Doe het niet te traag dan moet je kruipen
Wees ontzettend kwetsbaar, maar nooit zomaar bekennen
Steek je hand op, maar je nek niet uit
Toon altijd je emoties, maar wel met mate
Drink veel drankjes, maar pies nooit naast de vlieg
En kan je beter niet, dan moet je het toch maar laten
Je moet nu eenmaal opslaan, zelfs met volle schijf
Mocht het je agenda niet passen, leg toch de afspraak vast
Laat je huis blinken, alsof de bewoner helemaal niet leeft
Koop een schitterend paar schoenen, ook als zij niet goed past
Je mag dus wel van alles gaan doen
Je moet zelfs blinken zonder dat het moeite kost
Maar het is niet de rest van de blauwe groene wereld
Maar je eigen ik, die de schuld moet afgelost
Dan toont de spiegel de reflectie van de nek
Van de kruiper, loper, fietser, de traan, de blaar, het gaas
Je ogen lezen rimpels, de zinnen van ’t moe
De onderdrukking van eerder, het moet nu eigen baas.
Reactie plaatsen
Reacties